Logboek

Dit is het logboek van mijn reis naar Zuid-Afrika in oktober 2005. Ik ga eerst mijn nicht Goele bezoeken, die al jaren in Bloemfontein woont, en daarna daarna ga ik op uitnodiging van het Eenheid vir Navorsing in Kinderliteratuur van de Universiteit van Suid-Afrika in Pretoria naar de 'Nederlandse Boekendagen'. Ik eindig de reis met een tocht door Mpumalanga, Swaziland en Limpopo.

woensdag, oktober 12, 2005

Prinses op de erwt

Mijn eerste lezing houd ik daarna ga ik op de Eenheid vir Navorsing in Kinderliteratuur van UNISA voor een groep literatoren die meer willen vernemen over het onderscheid tussen kritiek op jeugdliteratuur en de kritiek op volwassenenliteratuur. Ik begin met het sprookje van Hans Christian Andersen De prinses op de erwt. De prinses bewijst dat ze van koninklijken bloede is doordat ze zo gevoelig reageert op de erwt onder de twintig matrassen waarop ze slaapt. Ze is de hele nacht rusteloos, en de volgende ochtend ziet ze bont en blauw.

Ik leg het verband tussen het sprookje en de literaire kritiek. Het boek is de erwt, en elke lezing van een boek kun je zien als een test van gevoeligheid. Sommige boeken zijn weerbarstig; ze zijn een bobbel onder je matras, de verstoring van je nachtrust. Andere boeken voel je dan weer nauwelijks of niet. Ze houden je niet wakker. Misschien zijn ze zelfs slaapverwekkend.

In de volwassenenliteratuur wordt onderscheid tussen boeken die je verontrusten en boeken die dat niet doen wel ervaren, maar de boeken bestaan naast elkaar zonder dat er een educatieve of pedagogische discussie rond ontstaat. Men maakt zich tegenwoordig weinig zorgen over de gevoeligheid van de volwassen lezer.

In de kinderliteratuur is de discussie over de gevoeligheid voortdurend aan de gang. Mag je wel rusteloosheid veroorzaken bij kinderen? Of moet je er als volwassene voor zorgen dat ze niets voelen in hun slaap?

Vreemd genoeg gaan volwassenen ervan uit dat ze weten hoe gevoelig 'het kind' is. En als ze niet zeker zijn van de gevoeligheid, nemen ze simpelweg geen risico's. Aan het kind wordt niet gevraagd in welke mate bobbels onder de matras hem hinderen. Ik stel een nieuw model voor om literatuur te beoordelen, een model dat rekening houdt met ons kindbeeld en met de leesfases en leesstemmingen waarin iemand zich bevindt.

In de vragenronde praten we lang over de afwezigheid van positieve seksuele voorlichting in onze opvoeding. We brengen onze kinderen op de hoogte, maar voornamelijk over de gevaren van seksualiteit: zwangerschap en AIDS. We hebben het met onze kinderen zelden over de intensiteit en het extatische van seks. Hoeveel moeders vertellen aan hun dochter hoe haar vader (of iemand anders;-) erin slaagt om haar te laten genieten?

Zo creƫren we overgevoelige kinderen. Ze reageren verstoord omdat de informatie die ze krijgen eenzijdig is.